Blogs / Horeca is economie in het klein
Michel: “Vechten tegen een onzichtbare vijand. Die uitspraak werd vaak gedaan de afgelopen tijd. Voor mij heeft het zelfs een dubbele betekenis. Als volk vechten we tegen corona. Maar als ondernemers in de horeca vechten we ook voor ons bedrijf waarbij de onduidelijkheid en onwetendheid een groot probleem vormen. Niemand weet hoe lang dit duurt, niemand weet welk perspectief we hebben. Inmiddels staat 1 juni op ons netvlies, maar nog niet alle regels zijn even helder. En als ik dan - bijvoorbeeld - Klaas Knot hoor beweren dat bedrijven die dit niet aankunnen sowieso niet gezond zijn, word ik echt boos. Hoe kan zo’n man dat zeggen? Ik heb echt vaak het idee dat ‘ze’ de branche niet begrijpen.
Twee markten doen het nu goed. De supermarkt en de bouwmarkt. Wij hebben al een streep gezet door 48 bruiloften dit jaar en door alle zonnige feestdagen. Natuurlijk doet dat pijn. Niet alleen bij het bruidspaar en bij mij, maar ook bij de DJ, het ballonnenmeisje, de winkel voor bruidsjurken, de brouwerij en de banketbakker. De horeca is de landelijke economie in het klein. Alles hangt aan elkaar. Ik had vorige week de leverancier van mijn koffiekoekjes aan de lijn en die wist mij te vertellen dat er negen bedrijven betrokken zijn bij dat ene koekje. Negen! Zo zie je dat het een niet zonder het ander gaat.
Wij Limburgers zijn echte Bourgondiërs en ‘vieren’ nog een begrafenis. Bij wijze van spreken dan. Waarmee ik bedoel te zeggen dat een groot deel van ons leven, vreugde en verdriet, verbonden is aan samen eten en drinken. Daarom is horeca zo’n geweldig mooi vak! En gelukkig zijn we ook ondernemers. Dus we zitten niet bij de pakken neer en zoeken naar manieren waarop het wél kan. Natuurlijk zijn we begonnen met thuis-uit-eten maaltijden. Erg leuk om te doen, maar qua verdiensten is het een druppel op de gloeiende plaat. En we zijn geen Griek of Chinees, dus er niet op ingericht en dat maakt het soms best lastig. Ga je bijvoorbeeld ieder sausje of de pijnboompitten apart verpakken? Verder hebben we de keuken al honderd keer gepoetst en houden we contact met medewerkers. Ook leuk, maar die willen natuurlijk ook gewoon aan de slag. En het kluslijstje dat mijn vrouw gemaakt heeft, is ook een keer klaar… Kortom: het kan voor mij niet snel genoeg 1 juni zijn! Hopelijk het begin van de weg terug.”
Twee markten doen het nu goed. De supermarkt en de bouwmarkt. Wij hebben al een streep gezet door 48 bruiloften dit jaar en door alle zonnige feestdagen. Natuurlijk doet dat pijn. Niet alleen bij het bruidspaar en bij mij, maar ook bij de DJ, het ballonnenmeisje, de winkel voor bruidsjurken, de brouwerij en de banketbakker. De horeca is de landelijke economie in het klein. Alles hangt aan elkaar. Ik had vorige week de leverancier van mijn koffiekoekjes aan de lijn en die wist mij te vertellen dat er negen bedrijven betrokken zijn bij dat ene koekje. Negen! Zo zie je dat het een niet zonder het ander gaat.
Wij Limburgers zijn echte Bourgondiërs en ‘vieren’ nog een begrafenis. Bij wijze van spreken dan. Waarmee ik bedoel te zeggen dat een groot deel van ons leven, vreugde en verdriet, verbonden is aan samen eten en drinken. Daarom is horeca zo’n geweldig mooi vak! En gelukkig zijn we ook ondernemers. Dus we zitten niet bij de pakken neer en zoeken naar manieren waarop het wél kan. Natuurlijk zijn we begonnen met thuis-uit-eten maaltijden. Erg leuk om te doen, maar qua verdiensten is het een druppel op de gloeiende plaat. En we zijn geen Griek of Chinees, dus er niet op ingericht en dat maakt het soms best lastig. Ga je bijvoorbeeld ieder sausje of de pijnboompitten apart verpakken? Verder hebben we de keuken al honderd keer gepoetst en houden we contact met medewerkers. Ook leuk, maar die willen natuurlijk ook gewoon aan de slag. En het kluslijstje dat mijn vrouw gemaakt heeft, is ook een keer klaar… Kortom: het kan voor mij niet snel genoeg 1 juni zijn! Hopelijk het begin van de weg terug.”