Kennisbank  /  Wet- en regelgeving  /  Ouderschapsverlof

Kennisbank

Wet- en regelgeving

Ouderschapsverlof

De overheid wil medewerkers de gelegenheid bieden meer tijd met het gezin door te brengen. Dit is vastgelegd in een wettelijke regeling en wordt ouderschapsverlof genoemd.
 

Wat is ouderschapsverlof?

Iedere medewerker met een kind heeft recht op ouderschapsverlof. Dit biedt hem/haar de gelegenheid om na de geboorte van een kind minder te gaan werken. Deze regeling is vastgelegd in de Wet arbeid en zorg (Wazo) en geeft medewerkers de kans meer tijd met hun gezin door te brengen. Ouderschapsverlof is een vorm van onbetaald verlof. De werkgever mag ouderschapsverlof niet weigeren. Wel gelden er diverse regels voor het gebruik van deze vorm van verlof.

Kind zit bij ouder op rug

Wanneer kan er gebruik gemaakt worden van ouderschapsverlof?

Gebruik maken van ouderschapsverlof is gebonden aan een aantal voorwaarden:
 

  • Een medewerker heeft recht op ouderschapsverlof voor elk kind, adoptiekind of erkend kind.
  • Ouderschapsverlof kan worden opgenomen voor kinderen tot 8 jaar.
  • Zowel moeders als vaders hebben recht op ouderschapsverlof.
  • Ouderschapsverlof mag voor meerdere kinderen gelijktijdig worden opgenomen. Heeft de medewerker meerdere kinderen, dan hoeft hij/zij niet eerst het verlof voor het eerste kind op te maken.
  • In het geval van een tweeling, heeft de medewerker recht op 2 keer ouderschapsverlof.
  • Ouderschapsverlof kan ook worden opgenomen voor een pleegkind, stiefkind of aspirant-adoptiekind. Het kind moet dan wel woonachtig zijn bij de medewerker en dit moet vastgelegd zijn in de basisregistratie personen.
  • Het ouderschapsverlof kan bij de werkgever worden aangevraagd vanaf het moment dat de werknemer aldaar werkzaam is.

Aanvullende voorwaarden voor ouderschapsverlof zijn:
 

  • Indien het ouderschapsverlof samenvalt met een feestdag, heeft de medewerker geen recht op een vergoeding. Deze dag telt gewoon als ouderschapsverlof, tenzij anders met de werkgever overeengekomen.
  • Het ouderschapsverlof stopt in het geval van werkloosheid. Indien de werknemer werkloos raakt, stopt het verlof op de 1e dag van de werkloosheid.
  • Is een medewerker (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt, dan mag hij/zij ouderschapsverlof opnemen. Doelstelling van re- integratie is echter dat de werknemer en werkgever er samen voor zorgen dat het werk zo snel mogelijk kan worden hervat. De werknemer is verplicht hieraan mee te werken en ouderschapsverlof zou problemen kunnen geven bij dit traject. Advies hiervoor kan worden opgevraagd bij de bedrijfsarts of arbodienst.
  • Wordt de medewerker ziek tijdens het ouderschapsverlof, dan loopt het verlof gewoon door. Ook als ziekte veroorzaakt is door de zwangerschap of bevalling.

 

Consequenties ouderschapsverlof op inkomen

Het opnemen van ouderschapsverlof heeft consequenties voor het inkomen van de medewerker. Ouderschapsverlof is namelijk een onbetaalde vorm van verlof. De medewerker heeft geen recht op salaris voor de uren waarvoor ouderschapsverlof is opgenomen. Er zijn werkgevers die tijdens het ouderschapsverlof wel (een deel van) het loon doorbetalen. Dit is afhankelijk van de geldende cao of de geldende arbeidsvoorwaarden zoals vastgelegd in het contract.

Indien het inkomen van de medewerker door het verlof onder het sociaal minimum komt en het daarmee voor hem/haar moeilijk wordt om in het levensonderhoud te voorzien, kan de werknemer mogelijk in aanmerking komen voor aanvullende bijstand.

Het is belangrijk dat de medewerker de verandering in inkomen, als gevolg van het ouderschapsverlof, doorgeeft aan de Belastingdienst. Indien het inkomen daalt, verandert namelijk de hoogte van de kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag of huurtoeslag.

In geval van ziekte tijdens ouderschapsverlof, loopt het onbetaalde verlof gewoon door. De werkgever hoeft enkel die uren te betalen die er gewerkt zouden worden volgens het schriftelijk vastgelegde werkschema.

De regels met betrekking tot het ouderschapsverlof zijn gewijzigd per 2 augustus 2022, dit heeft een positief effect op het inkomen van de medewerker. Er worden namelijk negen weken van het ouderschapsverlof doorbetaald. Dit is vastgelegd in de Wet betaald ouderschapsverlof.


Wet betaald ouderschapsverlof

Vanaf 2 augustus 2022 is de Wet betaald ouderschapsverlof van toepassing.

Dankzij deze wet krijgen ouders, gedurende 9 werkweken ouderschapsverlof, een UWV-uitkering ter hoogte van 70% van hun dagloon (tot 70% van het maximum dagloon). Voorwaarde is dat zij deze 9 weken opnemen in het eerste levensjaar van het kind.

Dit betaalde ouderschapverlof geldt ook voor een deel van de ouders die vóór de invoering van de wet een kind hebben gekregen. Het kind moet op het moment dat de wet is ingegaan jonger dan 1 jaar zijn. Ook dienen de ouders op dat moment te werken (werknemer te zijn) en nog niet het volledige recht (26 maal de arbeidsduur per week) op ouderschapverlof hebben opgenomen.

In het geval van adoptie- of pleegouderschap is betaald ouderschapsverlof ook mogelijk voor kinderen onder de 8 jaar. Dit geldt alleen voor het eerste jaar na de dag van de feitelijke adoptie of plaatsing.


Ouderschapsverlof berekenen

Het ouderschapsverlof bedraagt 26 x het aantal uren dat de medewerker per week werkt. Werkt een medewerker bijvoorbeeld 40 uur per week, dan heeft hij/zij recht op 26 x 40 uur ouderschapsverlof. Hierbij wordt het aantal werkuren per week, zoals vermeld in het arbeidscontract, als uitgangspunt genomen.

Wordt er besloten dat de medewerker meer of minder gaat werken en zijn er nog verlofuren over, dan moet het ouderschapsverlof opnieuw berekend worden. Indien de medewerker bij verschillende werkgevers werkt, heeft hij/zij bij iedere werkgever afzonderlijk recht op ouderschapsverlof. Dit hoeft niet gelijktijdig opgenomen te worden.
 

Ouderschapsverlof aanvragen

Medewerkers dienen het ouderschapsverlof aan te vragen bij de werkgever. Dit moet minimaal 2 maanden voor ingang van het verlof schriftelijk worden aangevraagd. In het schriftelijk verzoek dient de medewerker ook aan te geven wanneer en hoe hij/zij het verlof opneemt, dit mag hij/zij zelf bepalen. De werkgever mag het verlof niet weigeren, wel kan hij het niet eens zijn met de verdeling van de verlofuren, bijvoorbeeld omdat het verlof de bedrijfsvoering in gevaar brengt. Daarover zal de werkgever dan met de medewerker in overleg gaan. De verdeling kan gewijzigd worden tot 4 weken voor ingang van het ouderschapsverlof.
 

Functie en werktijden na ouderschapsverlof

Indien een medewerker ouderschapsverlof aanvraagt is dit altijd met behoud van het aantal werkuren dat in de arbeidsovereenkomst vermeld staat en met behoud van functie. De werkgever kan wel, in goed overleg met de medewerker, de werkzaamheden tijdelijk aanpassen tijdens het verlof. Ook heeft de medewerker de mogelijkheid de werktijden tijdelijk aan te passen na het verlof. Het betreft dan niet het aantal werkuren, maar de indeling ervan. Dit wordt ook wel aanpassen van het arbeidspatroon genoemd. Deze aanpassing geldt in principe voor 1 jaar tenzij de werkgever akkoord geeft op een langere termijn. Deze aanpassing moet ten alle tijden worden aangevraagd bij de werkgever, uiterlijk 3 maanden voor afloop van het ouderschapsverlof. De werkgever is verplicht uiterlijk 4 weken voor afloop van het verlof een reactie te geven. Hij mag de aanvraag weigeren.

mappen administratie

Liever niet nadenken over wet- en regelgeving?

Besteed dan jouw personeelsadministratie uit aan Kolibrie!

Vraag meer informatie aan

Cookies

Om je beter te helpen gebruiken wij cookies. Naast de functionele cookies, waardoor de website goed werkt, plaatsen wij ook analytische cookies.

Tevens plaatsen wij marketing cookies waardoor wij en derde partijen jouw internetgedrag kunnen volgen. Meer weten? Lees hier alles over de cookies.

Wil je een optimale website gebruiken, dan is het nodig alle cookies te accepteren. Dat doe je door op "akkoord" te klikken. Indien je kiest voor weigeren, plaatsen wij alleen de functionele en analytische cookies!

Akkoord